Pomeron Docuwiki

Maandag 2 december was de 13^e bijeenkomst van de werkgroep Energie, klimaat, groen en water. Marc Seutter, Harry Crijns, Tom Bloemberg, Gerhard Boot, Lennart Santbergen en Nicole Hannemann waren present. Deze bijeenkomst vond plaats bij Tom Bloemberg in Beek.

• Allen: Check bij ieders gemeente wat de ruimtelijke visie t.a.v. de energietransitie is. Ik heb dit opnieuw gedaan bij onze eigen fractie in Heumen. Een van onze raadsleden zei dat hij met een reactie namens beiden zou komen. Dit is tot nu toe niet gebeurd.
• Tom: contact leggen met Toon Buiting, Radboud University.
• Harry: bij waterschap Rivierenland vragen wat zij als maatregelen voor klimaatadaptatie hebben.
• Marc: het plan van HAS/Koning over de energievisie in Heumen nogmaals doorrekenen. Hier ben ik mee begonnen. De basisgegevens komen uit dit rapport, maar ook uit de Klimaatmonitor per gemeente (Zie https://klimaatmonitor.databank.nl) en de grondslag RES energietransitiemodel.
• Allen?: uitzoeken mogelijkheden voor energieopslag. Hier werd geopperd om te kijken naar opslag via bromide/broom cellen (Ik zag een directe referentie: www.elestor.nl).

Nicole Hannemann was er deze avond voor de eerste keer bij. Nicole heeft bestuurskunde gestudeerd. Ze is geinteresseerd in duurzaamheid en de energietransitie in Nijmegen e.o. Harry Crijns is bezig met het opzetten van de energiecorporatie Hoog en Laag in Heumen.

In de rapporten van Has Koning wordt het energieverbruik voor verkeer en vervoer berekend aan de hand van de bekende CO₂ uitstoot voor het verkeer (Has Koning refereert hier aan de klimaatmonitor die op zijn beurt refereert aan de Nederlandse Emissieregistratie). Ruwweg gaat de berekening als volgt:

• De totale CO₂ uitstoot voor het verkeer en de totale hoeveelheid verbruikte benzine hiervoor is bekend voor heel Nederland. Door deze twee op elkaar te delen krijg je de zgn. emissiefactor.
• Uit de CO₂ uitstoot voor een gebied kun je dus de hoeveelheid verbruikte brandstof in dit gebied berekenen.
• Eveneens is bekend hoeveel energie in TJ correspondeert met deze hoeveelheid brandstof. Dit geeft je dan de energie inhoud per drager (in TJ per liter).
• Uit de laatste 2 cijfers kun je dus de verbruikte energie (voor een bepaalde brandstof) in TJ bepalen voor een specifiek gebied en valt dus ook ruwweg het energieverbruik voor verkeer en vervoer te bepalen.
• Details zijn te vinden via https://klimaatmonitor.databank.nl en www.emissieregistratie.nl (De laatste is een Rijks website).

Het nadeel van bovenstaande manier van werken is natuurlijk dat je veel CO₂ uitstoot meerekent die nauwelijks ten behoeve van onze bevolking gespendeerd wordt. Als je de klimaatmonitor bekijkt zie je dat per hoofd van de bevolking de CO₂ uitstoot in de gemeente Heumen 2 keer zo hoog is als die voor heel Gelderland. Gemakshalve wordt voor ons het verbruik van het verkeer op de A73 en de scheepvaart op het Maas/Waal kanaal meegeteld. Net zo wordt de emissie voor Berg en Dal voor 25% bepaald door de scheepvaart op de Rijn en Waal.

Idealiter zouden we alle bovenregionale infrastructuur buiten de regio moeten afrekenen voor een beeld over de energietransitie. Dit punt zouden we eigelijk bij al onze fractie- en commissieleden onder de aandacht moeten brengen.

Een gemiddeld bos op leeftijd neemt evenveel CO₂ op door groei als er afgegeven wordt door omvallen/sterven van bomen door ouderdom. Een goed bos met houtproductie en jonge bomen neemt zo CO₂ op. De houtgroei in Nederland is zo'n 2%/jaar. Een bos moet minimaal 30 jaar oud zijn, wil het substantieel CO₂ opnemen met een max leeftijd van zo'n 80 jaar. Daarna moet je houtproductie gaan plegen voor b.v. bouwmaterialen om ruimte te maken voor nieuwe bomen.

Henk heeft heel wat artikelen uit de Trouw die erg nuttig kunnen zijn voor ons. Tom en hij gaan kijken of we er stukken uit kunnen halen voor onze website.

Momenteel is er veel essentaksterfte waar door veel essen ontbladeren. Een manier om dit tegen te gaan is om te zorgen dat bossen niet meer uniform aangeplant worden.

Een stuk grond biodiverser maken hangt af van de grondsoort en de grondwaterstand. Een en ander hangt ook af van de locatie en de wensen voor dit gebied. B.V. als het de bedoeling is om dassen te bevorderen, moet je zorgen voor meer wormen in dat gebied. Dit kan echter alleen op bepaalde bodem. Voor specifieke wensen zul je dus specifiek moeten sturen.

Op andere stukken zou je misschien juist willen verschralen om biodiversiteit te boverderen (denk b.v. aan heide).

• Het symposium over groen en biodiversiteit is verzet van 12 december naar het voorjaar. Lusanne zal hier ook zelf bij spreken.
• De Nijmeegse stadsecoloog, Ton Verhoeven (Sen. adviseur Water & Groen) is betrokken bij Passend Groen.
• Er is een notitie van Stg. Pro Bos over vermindering van het bosoppervlak.