Voor de transitie van het aardgas af, is het goed om te weten hoeveel warmte aardgas oplevert.
Aardgas komt voor als laagcalorisch en als hoogcalorisch gas. Het gasveld bij Groningen levert laagcalorisch gas dat in Nederland, maar ook in landen rondom ons de standaard is. Hoogcalorisch gas komt uit de kleine velden in Nederland en wordt geïmporteerd uit Rusland en Noorwegen. Het verschil tussen beide gassoorten komt doordat er in laagcalorisch gas meer stikstof (14%) aanwezig is waardoor het per kubieke meter minder warmte oplevert. Voor beide soorten gas zijn er gescheiden distributienetwerken. Door menging met stikstof kan hoogcalorisch gas in laagcalorisch gas omgezet worden.
Aardgas bestaat voornamelijk uit koolwaterstoffen (voornamelijk methaan met een klein beetje ethaan, propaan en butaan), wat kooldioxyde en tegenwoordig wordt er al een klein beetje waterstof toegevoegd. Het is de bedoeling dat het waterstofpercentage stijgt in de komende jaren (Bron: NAM).
Laagcalorisch gas heeft een dichtheid van 833g/m3 bij 1 atmosfeer en 0 graden Celcius. Bij verbranding komt 43,46 – 44,41 MJ/m3 (bovenwaarde) aan energie vrij. Dit is een wettelijk vereiste omdat alle verbrandingsinstallaties op deze waarde berekend zijn. De onderwaarde (bovenwaarde minus verliezen door condensatie van rookgassen) is zo'n 39 MJ/m3 (Bron Wikipedia:Aardgas). Nu vind ik op veel plaatsen ook andere cijfers nl. een bovenwaarde van 35,2 MJ/m3 waarbij een onderwaarde van 31,7 MJ/m3 hoort (Bronnen: De Energieconsultant en Wikipedia:Verbrandingswarmte). Het is dit laatste cijfer dat ook in de rapportage door Haskoning wordt gebruikt.